De inflatie kreeg in Nederland een flinke stimulans in december 2016. De gemiddelde prijsstijging lag op 1 procent, tegen 0,6 procent in november vorig jaar.
De prijsstijging heeft vooral te maken met hogere brandstofprijzen voor benzine en diesel, zo maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag bekend.
“De prijs van een liter benzine steeg naar 1,55 euro. Dat is het hoogste niveau in bijna anderhalf jaar en 9 cent hoger dan in december 2015. Ook de prijsontwikkeling van kleding verhoogde de inflatie”, aldus het CBS.
Deze effecten waren per saldo sterker dan de daling van prijzen van abonnementen voor mobiele telefonie en vliegtickets.
Omdat de prijzen van vooral voeding en energie sterk kunnen schommelen, kijkt het CBS ook naar naar de inflatie exclusief deze productgroepen. De zogenoemde kerninflatie steeg ook flink in december, naar 0,9 procent. In oktober was dit 0,6 procent.
Spaarders de klos bij hogere inflatie
Terwijl de inflatie langzaam opkrabbelt, zien spaarders rentes nog niet meebewegen. De hoogste variabele spaarrente bleef in december 2016 stabiel op 0,7 procent, volgens gegevens van de site spaarinformatie.nl.
Gevolg is dat de inflatie in december hoger lag dan de hoogste variabele spaarrente. Spaargeld dat op vrij opneembare spaarrekeningen staat, wordt door de inflatie minder waard omdat de zogenoemde reële rente (de spaarrente minus de inflatie) negatief is.
De situatie voor spaarders is behoorlijk dramatisch, omdat ook de spaarrentes voor deposito’s waarbij het spaargeld langer vaststaat, laag zijn.
Zo is de hoogste spaarrente voor geld dat 1,5 jaar vaststaat 0,9 procent – ook dan zit je nog met een negatieve reële rente. Pas als spaargeld minimaal twee jaar vast staat is de spaarrente hoog genoeg om de gemiddelde prijsstijging te compenseren.
Het bericht Sparen loont niet meer: inflatie schiet boven niveau hoogste variabele spaarrente verscheen eerst op Business Insider.